Staan de verzamelingswetten toe dat de burgerlijke overheid personen of bedrijven dwingt om vermogen of andere particuliere eigendommen op te geven?

From Theonomy Wiki
Other languages:
Deutsch • ‎English • ‎Nederlands • ‎español • ‎français • ‎italiano • ‎polski • ‎português • ‎русский • ‎中文 • ‎日本語

Beantwoorde vragen

De oorspronkelijke vraag (die ik heb verruimd) was:

Machtigen de Bijbelse verzamelingswetten de burgerlijke overheid om supermarkten of restaurants te dwingen om hun afval voedsel aan de armen te geven?

Het idee om perfect goed voedsel weg te gooien zou in de Bijbelse tijd een vreemd begrip zijn geweest voor mensen. Alleen onze moderne welvaart (in bepaalde landen) geeft ons de luxe om op deze manier voedsel te verspillen.

Vrijwillige liefdadigheid is een belangrijk bijbels thema. Maar deze vraag gaat niet over vrijwillige liefdadigheid.

De eigenaren van foodservice-/verkoopbedrijven (zoals supermarkten en restaurants) zouden moeten overwegen om het teveel aan hulpbehoevende mensen aan te bieden, in plaats van het weg te gooien. Maar we moeten ook de inherente kosten (en risico's) van deze genereuze actie onderkennen. Denk bijvoorbeeld eens na over wat het u zou kosten (in termen van tijd alleen) om eventuele restjes van uw laatste vakantiediner weg te geven. Schaal dat nu op naar restaurantdiners voor een heel jaar.

De risico's voor een ondernemer houden in dat hij aansprakelijk is als iemand ziek wordt nadat hij voedsel heeft gegeten dat door de controle van de supermarkt of het restaurant is gegaan. Wat als u uw Thanksgiving-restjes weggaf aan een of andere dakloze en twee weken later met een rechtszaak werd geconfronteerd omdat ze een voedselvergiftiging opliepen, die ze aan uw nalatigheid bij de bereiding van de maaltijden toeschreven?

De Bijbelse wet machtigt de burgerlijke overheid niet om deze daad van vrijgevigheid op te leggen aan een restaurant/supermarkt eigenaar, net zoals de Bijbelse wet de burgerlijke overheid niet machtigt om u te dwingen om uw restjes van uw eigen ontbijt/lunch/diner op te halen en uit te delen aan de armen. Hier zijn drie redenen voor:

  1. De Bijbelse verzamelingswet gaat niet alleen over "afvalproducten/oud voedsel" - het gaat over het toestaan van hongerige mensen om perfect goede landbouwproducten te nemen van delen van iemands land, onder bepaalde voorwaarden die in de wet zijn gespecificeerd (Deuteronomium 23:24-25). De bijbelse verzamelingswet is niet van toepassing buiten deze bijbelse gebieden:
    • jaarlijkse marginale landbouwproducten (Leviticus 19:9-10)
    • producten van de land/orchards/wijngaarden die in het zevende jaar worden "ingerust" (Leviticus 25:4-7)
  2. Zelfs de Bijbelse verzamelingswet werd niet door de burgerlijke overheid gehandhaafd in die zin dat er een bepaalde burgerlijke straf was voor een landeigenaar die al zijn druiventrossen, of omhulsels van graan, oogstte. In feite weten we uit de geschiedenis dat Israël in feite deze Bijbelse welzijnswet heeft geschonden door vele sabbatjaren achter elkaar te weigeren hun land te braak te leggen. En deze Bijbelse wetsovertreding werd door God zelf afgedwongen (Leviticus 26:43), toen hij hen uit het land verbande naar Babel.20 He carried those who had escaped from the sword away to Babylon, and they were servants to him and his sons until the reign of the kingdom of Persia, 21 to fulfill YHWH’s word by Jeremiah’s mouth, until the land had enjoyed its Sabbaths. As long as it lay desolate, it kept Sabbath, to fulfill seventy years. 2 Chronicles 36:20-21WEB
    Aan de andere kant is er een soort "negatieve handhaving" van deze wet, omdat de civiele overheid ook niet kan worden gebruikt om een verzamelaar aan te klagen voor de misdaden van overtreding of diefstal. Het meeste wat een eigenaar van een woning kan doen is de verzamelaar laten vertrekken, en hij kan geen kleine hoeveelheid voedsel terugkrijgen die rechtmatig is verzameld.
  3. Volgens de Bijbelse wet was een dier dat "uit zichzelf" gestorven bleek te zijn (zonder dat het bloed bij de dood werd afgevoerd) onrein voor de Israëlieten om te eten (er was niet noodzakelijkerwijs iets ongezonds aan: de "onreinheid" was ceremonieel). Wat zei de wet over deze "verspilling"? 21 You shall not eat of anything that dies of itself. You may give it to the foreigner living among you who is within your gates, that he may eat it; or you may sell it to a foreigner; for you are a holy people to YHWH your God. You shall not boil a young goat in its mother’s milk. Deuteronomy 14:21WEB
    De eigenaar van het dode dier kon het ofwel aan de gastheer aan de poorten geven (dit is typisch de plek waar mensen om voedsel bedelen) of het aan een buitenlander verkopen. Merk op dat deze wet geen enkele betrokkenheid van de burgerlijke overheid specificeert.