Wat was het doel van de Numbers 5 stoffige (of "bittere") watertest?

From Theonomy Wiki
Revision as of 02:45, 1 December 2020 by Mgarcia (talk | contribs) (Created page with "We vinden wel historische voorbeelden van Israëlische koningen die op zoek zijn naar antwoorden rechtstreeks van YHWH, maar dit lijkt vaak door de Urim en Thummim heen te zij...")
Other languages:
Deutsch • ‎English • ‎Nederlands • ‎español • ‎français • ‎português

Beantwoorde vragen

De Num. 5 "stoffige water" eed/offer is een van de goede wetten van YHWH die vaak verkeerd wordt voorgesteld. Het stond een vrouw genadig toe om haar naam te zuiveren van lasterlijke beschuldigingen. De man (zoals vermeld in de wet: Num. 5:13) heeft geen getuigen van het vermeende overspel. Hij handelt waarschijnlijk naar een gerucht -- het soort gerucht dat gemakkelijk te beginnen is, en dat de reputatie van een vrouw vernietigt, als men het gelooft. De Bijbelse wet stond de onschuldige vrouw toe om zo'n leugen te weerleggen zonder enig risico voor zichzelf, en voor de kosten van een klein voedseloffer van gerst (Numeri 5:15). Een dergelijke openbare ceremonie zou niet lichtvaardig worden uitgevoerd door een echtgenoot. Het zou een groot risico zijn voor zijn reputatie, als hij niet vrij zeker was van haar schuld.

Het tempelstof-/inkt-/waterhapje dat de vrouw moest drinken, zou op zich al onschadelijk zijn geweest. Oude inkten werden meestal gemaakt van lampzwart (koolstof) of ijzeroxide, en Arabische gom. In principe onschadelijk, in zulke kleine, verdunde hoeveelheden.

Deze test, vaak de "bitterwatertest" genoemd, is vergeleken met een proef op proef. Het is echter het tegenovergestelde van een beproeving, in die zin dat het water vermengd met stof op zich onschadelijk was (en waarschijnlijk gezonder dan het gedestilleerde, gedemineraliseerde water dat mensen tegenwoordig regelmatig drinken), en een goddelijk ingrijpen nodig had om schade te veroorzaken. Ordeën zoals gebruikt in de wet van de mens waren typisch handelingen die schadelijk waren door de natuur (bijv. verdrinking, vechten, het aanraken van kokend water), waarvoor goddelijke interventie nodig was om het resultaat te leiden of het kwaad te voorkomen. Ordeals probeerden Gods hand te dwingen om een gerechtelijk resultaat te onthullen. In die zin zijn ze meer verwant aan Gideon's gebruik van het vlies (wat zeker geen patroon is dat we bemoedigd vinden in de Schrift).

We vinden wel historische voorbeelden van Israëlische koningen die op zoek zijn naar antwoorden rechtstreeks van YHWH, maar dit lijkt vaak door de Urim en Thummim heen te zijn gegaan, die in de Schriften niet zichtbaar zijn. Er is ook het geval van de discipelen die veel voor Judas' vervanging gooien (Handelingen 1:16-22). Ook hier is de normativiteit van deze wijze van besluitvorming twijfelachtig. In ieder geval stond er bij de beslissing van de discipelen geen juridische kwestie (bijv. iemands leven) op het spel. Beide kandidaten die zij in overweging namen waren volledig gekwalificeerd en (vanuit menselijk oogpunt) even goed.

The fact that the dusty water test involves a food sacrifice might warn us to evaluate it as abolished with other Sinai sacrificial laws. Certainly, the involvement of an Aaronic priest and the sacrificial element do not seem to carry into the New Covenant. However, these features do not seem to be necessary to the ontology of this case.

What about the "dust of the temple"? Is there something special (holy, perhaps?) about the dust of the temple which makes the test especially effective? Possibly, but my intuition is that the dust was merely symbolic, and dependent upon a physical temple being present. For a people in which (nearly) every other part of their sacrificial system was tied to the temple/tabernacle, it would be surprising if we did not see this physical connection with the temple.

I submit that the general equity, "active ingredients" in the dusty water test are:

  1. the public, legal, self-maledictory oath of the wife (v. 22) -- inviting YHWH to act in judgment
  2. the willingness of YHWH to punish someone who sins in a high-handed way by making such a false oath

There is no reason to believe that #2 above is no longer true in the New Covenant age. So the two remaining questions are:

  1. Is a wife living in the New Covenant age allowed to make a legal oath/affirmation of her innocence?
  2. Can a wife be forced by her husband to make such an oath?

Again, I see no reason that we could deny #1 above. What about #2?

It isn't obvious to me that a wife could be forced to make such an oath even under the Sinai Covenant. An oath such as this is a form of witness testimony, and in no other legal case can someone be required to testify against themselves. It seems to me that a wife had the option simply to refuse the husband's request. This refusal would not have any civil, legal implications, but it might have been used by the husband as sufficient justification (along with other circumstantial evidence which caused him to suspect the unfaithfulness in the first place) to give his wife a writ of divorcement (Deut. 24:1). Nothing could prevent the husband from doing this (unless he himself had committed a prior sin that prevented divorce: Deut. 22:14-19), and if the marriage covenant had actually been broken by an act of unfaithfulness by the wife, then the husband's act of "putting her away" would not be a sin on his part (Matt. 19:9).