Staat de Bijbelse wet echt toe dat een vader zijn dochter in slavernij verkoopt?

From Theonomy Wiki
Revision as of 02:12, 21 November 2020 by Mgarcia (talk | contribs) (Created page with "Over het algemeen vind je dat culturen die vrouwen waarderen een bruidsprijs hebben en culturen die vrouwen devalueren alleen maar een bruidsschat hebben. De Israëlische cult...")
Other languages:
Deutsch • ‎English • ‎Nederlands • ‎español

Beantwoorde vragen

Zo hoort u vaak de vraag, die geladen termen als "verkopen" en "slavernij" gebruikt. Hoewel deze termen letterlijke weergaven zijn van de onderliggende Hebreeuwse tekst, kunnen ze tot misverstanden leiden als je de culturele achtergrond van de wet niet kent.

7 “If a man sells his daughter to be a female servant, she shall not go out as the male servants do. 8 If she doesn’t please her master, who has married her to himself, then he shall let her be redeemed. He shall have no right to sell her to a foreign people, since he has dealt deceitfully with her. 9 If he marries her to his son, he shall deal with her as a daughter. Exodus 21:7-9WEB

Een arm gezin met een dochter die getrouwd wilde zijn (het huwelijk is een Bijbels verbond en kan [per definitie] aan niemand worden opgedrongen) kon haar toestaan zich vooraf te binden en te gaan werken in en dienen voor het gezin dat na het huwelijk van haar zou worden. [1] In ruil daarvoor zouden haar ouders mohar, de Hebreeuwse naam voor een bruidswelzijn/bruidsprijsuitkering, ontvangen, wat hun armoede onmiddellijk zou verlichten.

Bruidsprijs / bruidsrijkdom was een betaling door de toekomstige echtgenoot aan de familie van de bruid, die de waarde van hun dochter als arbeider en bijdrager aan de familie erkende. Bruidsprijs is niet hetzelfde als "bruidsschat", wat een woord is dat soms door elkaar wordt gebruikt door mensen die de twee begrippen niet van elkaar onderscheiden. Bruidsprijs blijft bij de familie van de bruid (tenzij ze ervoor kiezen om het aan haar te schenken, in welk geval het een deel van haar bruidsschat wordt). "Bruidsschat" is rijkdom die de dochter meebrengt naar het huwelijk.

Over het algemeen vind je dat culturen die vrouwen waarderen een bruidsprijs hebben en culturen die vrouwen devalueren alleen maar een bruidsschat hebben. De Israëlische cultuur was (in die tijd tenminste) een cultuur die vrouwen waardeerde.

This law gave poor families who had economic difficulties an option to obtain the bridewealth early and allow the daughter to be economically supported by her future in-laws. Until the actual betrothal (the law refers to a status preliminary to betrothal: "designated"), the daughter would have the status of a covenant-member servant, with all the usual legal protections in Biblical law (she couldn't be "sold"/transferred to someone else), with the exception that she would not be "freed" (sent away either to fend for herself or return to her family) on the seventh year like "men-servants" were.

The law also accounts for families acting "in bad faith." Unscrupulous poor families with daughters might promise them to a rich man's son, send the girl into the household and receive the advanced mohar (bridewealth), without ever intending to agree to a future betrothal/marriage. Or the girl might refuse to cooperate in the new household, making herself unattractive as a future spouse. According to this law, when the seventh year rolled around, she could be not be freed like other slaves to return to her family. She would continue to be supported until her family could return the money which they got as an advanced mohar (bridewealth payment). The return of the original payment would redeem the girl from servanthood and allow her to return to her family.

  1. Douglas Stuart, Exodus, New American Commentary, 2006, pp. 482-483