Difference between revisions of "Does Biblical law really allow a father to sell his daughter into slavery?/nl"

From Theonomy Wiki
(Created page with "{{:Scriptblock|Exodus 21:7-9}} ")
 
(Created page with "De wet is ook van toepassing op gezinnen die "te kwader trouw" handelen. Gewetenloze arme families met dochters zouden hen kunnen beloven aan de zoon van een rijke man, het me...")
 
(6 intermediate revisions by the same user not shown)
Line 1: Line 1:
 
<languages />{{:Navleft|Category:Answered Questions|{{:AnsweredQuestionsname/{{PAGELANGUAGE}}}}}}
 
<languages />{{:Navleft|Category:Answered Questions|{{:AnsweredQuestionsname/{{PAGELANGUAGE}}}}}}
 
<div class="questionbody">
 
<div class="questionbody">
This is how you will often hear the question, which uses loaded terms like "sell" and "slavery". Although these terms are literal renderings of the underlying Hebrew text, they can lead to misunderstanding if you don't know the cultural background to the law.
+
Zo hoort u vaak de vraag, die geladen termen als "verkopen" en "slavernij" gebruikt. Hoewel deze termen letterlijke weergaven zijn van de onderliggende Hebreeuwse tekst, kunnen ze tot misverstanden leiden als je de culturele achtergrond van de wet niet kent.
  
 
{{:Scriptblock|Exodus 21:7-9}}
 
{{:Scriptblock|Exodus 21:7-9}}
  
A poor family with a daughter who wanted to be married (marriage is a Biblical covenant and [by definition] cannot be forced upon anyone) could allow her to commit herself in advance and start working in and serving the family that was going to be hers after marriage.<ref>Douglas Stuart, ''Exodus'', New American Commentary, 2006, pp. 482-483</ref> In return, her parents would receive ''mohar'', the Hebrew name for a bridewealth/brideprice payment, which would immediately relieve their poverty.
+
Een arm gezin met een dochter die getrouwd wilde zijn (het huwelijk is een Bijbels verbond en kan [per definitie] aan niemand worden opgedrongen) kon haar toestaan zich vooraf te binden en te gaan werken in en dienen voor het gezin dat na het huwelijk van haar zou worden. <ref>Douglas Stuart, ''Exodus'', New American Commentary, 2006, pp. 482-483</ref> In ruil daarvoor zouden haar ouders ''mohar'', de Hebreeuwse naam voor een bruidswelzijn/bruidsprijsuitkering, ontvangen, wat hun armoede onmiddellijk zou verlichten.
  
Bridewealth was a payment by the future husband to the family of the bride, which recognized the value of their daughter as a worker and contributor to the family. Bridewealth is not the same thing as "dowry," which is a word that is sometimes used interchangeably by people who do not distinguish the two concepts. Bridewealth stays with the bride's family (unless they choose to gift it to her, in which case it becomes part of her dowry). "Dowry" is wealth which the daughter brings with her to the marriage.
+
Bruidsprijs / bruidsrijkdom was een betaling door de toekomstige echtgenoot aan de familie van de bruid, die de waarde van hun dochter als arbeider en bijdrager aan de familie erkende. Bruidsprijs is niet hetzelfde als "bruidsschat", wat een woord is dat soms door elkaar wordt gebruikt door mensen die de twee begrippen niet van elkaar onderscheiden. Bruidsprijs blijft bij de familie van de bruid (tenzij ze ervoor kiezen om het aan haar te schenken, in welk geval het een deel van haar bruidsschat wordt). "Bruidsschat" is rijkdom die de dochter meebrengt naar het huwelijk.
  
You find, generally, that cultures which value women have bridewealth, and cultures which devalue women only have dowry. Israelite culture (at least at that time) was a culture which valued women.
+
Over het algemeen vind je dat culturen die vrouwen waarderen een bruidsprijs hebben en culturen die vrouwen devalueren alleen maar een bruidsschat hebben. De Israëlische cultuur was (in die tijd tenminste) een cultuur die vrouwen waardeerde.
  
This law gave poor families who had economic difficulties an option to obtain the bridewealth early and allow the daughter to be economically supported by her future in-laws. Until the actual betrothal (the law refers to a status preliminary to betrothal: "designated"), the daughter would have the status of a covenant-member servant, with all the usual legal protections in Biblical law (she couldn't be "sold"/transferred to someone else), with the exception that she would not be "freed" (sent away either to fend for herself or return to her family) on the seventh year like "men-servants" were.
+
Deze wet gaf arme gezinnen die economische problemen hadden de mogelijkheid om de bruidsprijs vroegtijdig te verkrijgen en de dochter economisch te laten steunen door haar toekomstige schoonfamilie. Tot de eigenlijke verloving (de wet verwijst naar een statuut voorafgaand aan de verloving: "aangewezen"), zou de dochter de status van een verbondsknecht hebben, met alle gebruikelijke wettelijke beschermingen in het Bijbelse recht (ze kon niet "verkocht"/overgedragen worden aan iemand anders), met de uitzondering dat ze niet "vrijgelaten" zou worden (weggestuurd om voor zichzelf te zorgen of terug te keren naar haar familie) op het zevende jaar zoals mannelijke bedienden dat waren.
  
The law also accounts for families acting "in bad faith." Unscrupulous poor families with daughters might promise them to a rich man's son, send the girl into the household and receive the advanced ''mohar'' (bridewealth), without ever intending to agree to a future betrothal/marriage. Or the girl might refuse to cooperate in the new household, making herself unattractive as a future spouse. According to this law, when the seventh year rolled around, she could be not be freed like other slaves to return to her family. She would continue to be supported until her family could return the money which they got as an advanced ''mohar'' (bridewealth payment). The return of the original payment would redeem the girl from servanthood and allow her to return to her family.
+
De wet is ook van toepassing op gezinnen die "te kwader trouw" handelen. Gewetenloze arme families met dochters zouden hen kunnen beloven aan de zoon van een rijke man, het meisje in het huishouden sturen en de gevorderde ''mohar'' (bruidsprijs) ontvangen, zonder ooit van plan te zijn in te stemmen met een toekomstige verloving / huwelijk. Of het meisje zou kunnen weigeren om mee te werken in het nieuwe huishouden, waardoor ze onaantrekkelijk wordt als toekomstige echtgenoot. Volgens deze wet kon ze, toen het zevende jaar rond rolde, niet bevrijd worden zoals andere slaven om terug te keren naar haar familie. Ze zou blijven steunen totdat haar familie het geld dat ze als gevorderde ''mohar'' (bruidsmonument) hadden gekregen, kon teruggeven. De terugkeer van de oorspronkelijke betaling zou het meisje verlossen van de dienstbaarheid en haar in staat stellen om terug te keren naar haar familie.
 
</div>
 
</div>
  
  
{{DISPLAYTITLE:{{PAGENAME}}}}
+
{{DISPLAYTITLE:Staat de Bijbelse wet echt toe dat een vader zijn dochter in slavernij verkoopt?}}
  
 
[[Category:Answered Questions]]
 
[[Category:Answered Questions]]

Latest revision as of 02:16, 21 November 2020

Other languages:
Deutsch • ‎English • ‎Nederlands • ‎español

Beantwoorde vragen

Zo hoort u vaak de vraag, die geladen termen als "verkopen" en "slavernij" gebruikt. Hoewel deze termen letterlijke weergaven zijn van de onderliggende Hebreeuwse tekst, kunnen ze tot misverstanden leiden als je de culturele achtergrond van de wet niet kent.

7 “If a man sells his daughter to be a female servant, she shall not go out as the male servants do. 8 If she doesn’t please her master, who has married her to himself, then he shall let her be redeemed. He shall have no right to sell her to a foreign people, since he has dealt deceitfully with her. 9 If he marries her to his son, he shall deal with her as a daughter. Exodus 21:7-9WEB

Een arm gezin met een dochter die getrouwd wilde zijn (het huwelijk is een Bijbels verbond en kan [per definitie] aan niemand worden opgedrongen) kon haar toestaan zich vooraf te binden en te gaan werken in en dienen voor het gezin dat na het huwelijk van haar zou worden. [1] In ruil daarvoor zouden haar ouders mohar, de Hebreeuwse naam voor een bruidswelzijn/bruidsprijsuitkering, ontvangen, wat hun armoede onmiddellijk zou verlichten.

Bruidsprijs / bruidsrijkdom was een betaling door de toekomstige echtgenoot aan de familie van de bruid, die de waarde van hun dochter als arbeider en bijdrager aan de familie erkende. Bruidsprijs is niet hetzelfde als "bruidsschat", wat een woord is dat soms door elkaar wordt gebruikt door mensen die de twee begrippen niet van elkaar onderscheiden. Bruidsprijs blijft bij de familie van de bruid (tenzij ze ervoor kiezen om het aan haar te schenken, in welk geval het een deel van haar bruidsschat wordt). "Bruidsschat" is rijkdom die de dochter meebrengt naar het huwelijk.

Over het algemeen vind je dat culturen die vrouwen waarderen een bruidsprijs hebben en culturen die vrouwen devalueren alleen maar een bruidsschat hebben. De Israëlische cultuur was (in die tijd tenminste) een cultuur die vrouwen waardeerde.

Deze wet gaf arme gezinnen die economische problemen hadden de mogelijkheid om de bruidsprijs vroegtijdig te verkrijgen en de dochter economisch te laten steunen door haar toekomstige schoonfamilie. Tot de eigenlijke verloving (de wet verwijst naar een statuut voorafgaand aan de verloving: "aangewezen"), zou de dochter de status van een verbondsknecht hebben, met alle gebruikelijke wettelijke beschermingen in het Bijbelse recht (ze kon niet "verkocht"/overgedragen worden aan iemand anders), met de uitzondering dat ze niet "vrijgelaten" zou worden (weggestuurd om voor zichzelf te zorgen of terug te keren naar haar familie) op het zevende jaar zoals mannelijke bedienden dat waren.

De wet is ook van toepassing op gezinnen die "te kwader trouw" handelen. Gewetenloze arme families met dochters zouden hen kunnen beloven aan de zoon van een rijke man, het meisje in het huishouden sturen en de gevorderde mohar (bruidsprijs) ontvangen, zonder ooit van plan te zijn in te stemmen met een toekomstige verloving / huwelijk. Of het meisje zou kunnen weigeren om mee te werken in het nieuwe huishouden, waardoor ze onaantrekkelijk wordt als toekomstige echtgenoot. Volgens deze wet kon ze, toen het zevende jaar rond rolde, niet bevrijd worden zoals andere slaven om terug te keren naar haar familie. Ze zou blijven steunen totdat haar familie het geld dat ze als gevorderde mohar (bruidsmonument) hadden gekregen, kon teruggeven. De terugkeer van de oorspronkelijke betaling zou het meisje verlossen van de dienstbaarheid en haar in staat stellen om terug te keren naar haar familie.

  1. Douglas Stuart, Exodus, New American Commentary, 2006, pp. 482-483